post

Toespraak start van samenwerkingsstichting Aves

Toespraak 19 januari 2019, Emmeloord, theater ’t Voorhuys
Start van de samenwerkingsstichting Aves 

Beste mensen,

Dit is een historische bijeenkomst. Een belangrijke steen is verlegd in de rivier van het onderwijs in de Noordoostpolder, Kampen en Vollehoven. De Raad van Toezicht schreef op 19 december 2018 in haar fusiebesluit: op naar een weerbare en wendbare toekomst.

Afgelopen Kerst ruimde ik mijn boekenkast op. Het moet plaatsmaken voor een kinderkamer.

Plots hield ik een wat stoffig aantekeningenboekje vast. Een boekje dat ik gebruikte om mijn ervaringen in de klas op te schrijven. En mijn gedachten gingen toen onder meer terug naar mijn eerste jaren voor de klas, groep 3, 4 en 5 – het is alweer zo’n 15 jaar geleden.

Voorin staat   – op de binnenkant van de kaft –   een stukje uit De gelukkige klas van Theo Thijssen. Meester Staal over zijn klas.   Ik citeer:

“M’n heerlijke, lieve, lastige stel, ik weet eigenlijk maar een ding: de jaar of wat dat ik jullie heb en dat jullie mij hebben, behoren wij enkel maar een gelukkige klas te zijn. En de rest is nonsens hoor, al zal ik dat jullie nooit zeggen”. En zo is het,      zei ik tegen mezelf.    We moeten het samen doen.

Toen Wubbo Ockels overleed, publiceerde het AD een statement dat hij in januari 2014 schreef. Ik citeer er een stukje uit:
“We zijn allemaal astronauten van het Ruimteschip Aarde.
Voor ons voortbestaan moeten we een nieuwe houding vinden,
een nieuwe cultuur, een nieuwe instelling.

En we kunnen de mensheid in een betere richting krijgen, als we samenwerken.”

De ruimtevaart houdt ons een spiegel voor, zegt Ockels.
En ook André Kuipers   – die precies hier 1,5 jaar geleden stond –   vertelt vaak,
dat als je de aarde eenmaal van een afstand hebt gezien,
je beseft dat we met elkaar verantwoordelijkheid dragen voor wat we hebben.

Dat geldt voor hoe we omgaan met onze leefomgeving.
En wat mij betreft geldt het ook, voor hoe we omgaan met de mogelijkheden en talenten van mensen.

Voordat ik daarover verder ga, wil ik u eerst meenemen naar een ruimtevlucht die plaatsvond vijftien jaar vóór die van Wubbo Ockels in 1985.

Op 11 april 1970 werd Apollo 13 gelanceerd vanaf het Kennedy Space Center in Florida.

Bestemming ….– waar  de Chinezen afgelopen week plaatjes probeerden te laten groeien – ….de maan.

Twee dagen later hoorden de flight controllers in Texas de commandant van de missie, Jim Lovell, luid en duidelijk zeggen: “Houston, we’ve had a problem.”

Er was een zuurstoftank ontploft. En daarmee viel ook de productie van elektriciteiten water stil.

Apollo 13 was op dat moment nog onderweg naar de maan.
De drie astronauten zaten op ruim 300 duizend kilometer van de aarde in de problemen.

De hoeveelheid zuurstof liep terug en er was weinig elektriciteit.
De bemanning besloot het hele basisstation stil te leggen en te verhuizen naar de nog aangekoppelde maanmodule – hoewel die daar niet op gebouwd was.

Om het tóch uit te kunnen houden, moest de verwarming uit en wilden de astronauten de luchtfilters van de maanmodule vervangen
voor die van het basisstation. Maar de modules waren van verschillende fabrikanten en de filters pasten niet op elkaar.
Met karton en plakband knutselden ze een oplossing.

En dat was enkel de heenreis…. De maan bereikten ze niet en gingen terug naar de aarde.

Beste mensen,

De astronauten van Apollo 13 waren extreem hoog opgeleid.
Commandant Lovell had drie ruimtemissies en bijna zeshonderd vlieguren in de ruimte op zijn naam staan. De hele crew had ervaring met testvluchten.

Toch kwamen ze in een situatie die niet alleen álles vroeg van hun kennis, maar ook van hun vaardigheden.
Het vroeg alles van hun creativiteit, hun samenwerking, hun communicatie.
Het vroeg alles van hun lef, passie en groei om samen zaken voormekaar te boxen.
Het vroeg alles van wie ze waren als méns.

We kunnen de missie van Apollo 13 dan ook nauwelijks zien als een mislukking. Het is eerder een fantastisch voorbeeld van hoe mensen grote vraagstukken het hoofd weten te bieden op onbekend terrein.
Hoe menselijk handelen en technologie in elkaar grijpen.
En hoe kennis, vaardigheden en vorming daarbij hand in hand gaan.

Om de koers van ‘ruimteschip onderwijs’ te bepalen, zullen we in gesprek moeten over ons doel, onze bestemmingen. En over de route of routes daar naartoe.

Zoals Wubbo Ockels en André Kuipers naar de aarde keken
– met afstand, maar ook met betrokkenheid, verwondering en ontzag – zo kunnen wij kijken naar de mogelijkheden van ieder kind.
Via goed onderwijs moeten we hun kansen zien én creëren. Leren samenwerken en samenleven.

Reflecteren op waar je mee bezig bent – als toezichthouder, bestuur, als school, als team – is daarbij essentieel. In het voortdurende besef dat de definitie van ‘goed onderwijs’ niet statisch is. Maar afhankelijk van en dienend aan wat er gebeurt in de klas, op school, in het dorp, de wijk en in de wereld.

Dat vergt lef, passie en groei. Een plek bij onze samenwerkingstichting Aves.

De Raad van Toezicht wenst u veel succes en plezier in uw belangrijke werk voor de ontwikkeling van kinderen.

Dank u wel.

Niels Strolenberg
Voorzitter Raad van Toezicht