post

Het Wilhelmus voorbij

“Het Wilhelmus voorbij”. Deze pakkende kop van een pamflet van Bram Eidhof zette me weer eens aan het denken over burgerschap en doelen van het onderwijs….

“Hakenkruizen op het toilet. Meisjes die beweren dat de aanslagen in Parijs in scène zijn gezet. Leerkrachten die zich soms geen raad weten met klassikale discussies over maatschappelijk controversiële onderwerpen. De maatschappij dringt de school steeds verder binnen, maar we weten niet goed hoe we leerlingen voor moeten bereiden op het leven in een democratische samenleving.

Waar ligt dat aan? In ieder geval niet aan leerkrachten, want zij vinden het burgerschapsonderwijs een belangrijk doel van het onderwijs. Daarin worden ze gesteund door hun schoolbesturen. Ook in de Tweede Kamer worden meer en meer vragen gesteld. Leerlingen verplichten om het Wilhelmus te gaan zingen en een bezoekje aan het Rijksmuseum te brengen zal het tij niet keren.”

Mensen worden niet democratisch vaardig en betrokken geboren. De roep om goed burgerschapsonderwijs neemt daardoor toe. Beleidsmakers, bestuurders en leraren in het onderwijs (van peuterspeelzaal tot universiteit) worstelen met de invulling van dat burgerschapsonderwijs.

Verschillende technische oplossingen van lijstjes en mooie kleurenplaatjes met kreten zie ik voorbij komen. Ook op de hogeschool waar ik werk. Dat werkt veelal averechts in docententeams, werkt niet in de praktijk en houdt het goede gesprek met studenten en docenten tegen.

Leerlingen verplichten om het Wilhelmus te gaan zingen en een bezoekje aan het Rijksmuseum te brengen zal het tij niet keren.

Wereldse en lokale democratische context
Democratie staat wereldwijd onder druk, zo constateerde The Economist in 2016. Het tijdschrift kwam tot die sombere conclusie omdat autocratische leiders in Rusland en China de teugels steeds verder aanhalen, de Arabische lentes in een chaotische herfststorm zijn ontaard en in het Westen de opkomstpercentages voor verkiezingen almaar afnemen. In veel landen is het vertrouwen in politici bijzonder laag en bovendien blijken groeiende groepen bevattelijk voor leugens en onwaarheden, zoals Brexit en de recente Amerikaanse verkiezingen ten overvloede hebben aangetoond.

Ook in ons land wordt de afzijdigheid en afkeer van de politiek steeds groter. Bizar genoeg bekritiseren niet alleen burgers de politiek, maar doen politici zelf ook vaak een duit in het zakje. Steeds meer politici en burgers luisteren niet meer naar het idee, de inhoud, maar ‘Pietje zegt het dus het zal wel slecht zijn….’. Er wordt geframed en geclaimd bij het leven…

Bijna iedereen in Nederland vindt democratie de beste staatsvorm die er is (95%). Voor een gezonde democratie is alleen een democratische structuur – met verkiezingen, gemeenteraden en de Tweede Kamer – niet genoeg.

Nederland heeft een mooie democratische structuur, maar aan onze democratische cultuur kunnen we nog wel wat sleutelen

Democratisch burgerschap
Net zo belangrijk als de democratische structuren is dat Nederlanders zelf democratische waarden als vrijheid van meningsuiting en gelijkwaardigheid onderschrijven en democratisch vaardig zijn. Zodanig dat ze zelf conflicten kunnen oplossen in de buurt, snappen hoe de democratie werkt en zelf een rol kunnen spelen in de politiek. Dat is democratisch burgerschap en een democratische cultuur.

Onderwijs en burgerschap
Het onderwijs heeft een belangrijke taak in het voorbereiden van leerlingen op hun rol in onze democratische samenleving. School is ook een logische plek voor deze taak, omdat de klas een soort mini-samenleving is en bovendien vrijwel iedere Nederlander onder de 18 bereikt. Veel scholen vinden burgerschapsonderwijs dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid. Maar ze worstelen er wel mee, omdat ze het lastig vinden een visie te formuleren, of omdat docenten zich onvoldoende voorbereid voelen op discussies over controversiële onderwerpen met de klas. Dat vind ik interessant.

Spanningsvelden moet je niet ontwijken, maar juist opzoeken

De meeste leerkrachten hebben geen cursus of opleiding genoten die hen voorbereidde op het geven van burgerschapsonderwijs en vele leerkrachten voelen zich onzeker en onvoldoende voorbereid op het geven van burgerschapsonderwijs en het bespreken van controversiële onderwerpen in de klas.

Burgerschapscompetenties
In de Nederlandse literatuur gaat het vaak om vier competenties: democratisch handelen, maatschappelijk verantwoord handelen, omgaan met verschillen tussen mensen en omgaan met conflicten. Som­mige scholen voegen daar nog iets aan toe, zoals maatschappelijke betrokken­heid, maar dat zijn eigenlijk deelcompetenties.

Niet iedereen hoeft alles te kunnen…. maar….
Het lijkt me niet noodzakelijk dat iedereen alles moet kunnen. Het is echter wel handig wanneer leerlingen een basisuitrusting krijgen, zodat ze mocht dat nodig zijn een misstand aan de kaak kunnen stellen of zelf een initiatief kunnen nemen. We weten dat veel volwassenen zich politiek machteloos voelt. Dat vind ik een kwalijke zaak, omdat dat ten eerste geen prettig gevoel is, maar ook kan leiden tot passiviteit of het grijpen naar niet­ demo­cratische middelen.

Geef een reactie