post

Lerarenregister… faciliteert kwakzalvers en stuurt leraar het enge bos in

“Een goede leraar weet méér te bereiken met de leerlingen en werkt samen met zijn collega’s en de schoolleiding aan het ver verbeteren van die kwaliteit. […] Hij werkt aan zijn professionaliteit, en hij doet dat in samenspraak met zijn collega’s in de school en met inachtneming van de normen van zijn beroepsgroep. […] Met dit wetsvoorstel krijgen leraren enerzijds erkenning van hun professionele ruimte en leggen zij anderzijds via het register verantwoording af over het onderhoud van hun bekwaamheid” (memorie van toelichting op het wetsvoorstel*).

Daarmee hebben we de kern te pakken van het waarom het huidige kabinet (VVD/PvdA) de invoering wenst van een dergelijk register. Goede intenties en ze zijn mooi, maar hoe is de uitvoering. Er is kritiek, niet zo’n beetje ook en niet van ‘de miste’ adviesorganen. Wat mij betreft terecht. De uitvoering kan bovendien de aantrekkelijkheid van het vak verminderen…. Laten we kijken wat de kritische noten nu eigelijk zijn.

Wat dan wel?
In het lerarenregister is weinig aandacht voor activiteiten die in de school en door collega’s-leraren en schoolleiders worden georganiseerd, zoals collegiale consultatie en observatie, peer coaching, leesgroepen, vakontwikkelgroepen, docentontwerpteams, professionele leergemeenschappen, kenniswerkplaatsen, onderzoeksateliers en schooloverstijgende vaknetwerken. Dergelijke activiteiten stimuleren het ontwikkelen rond het opleidingen en leren van professionals in het onderwijs, leren op de werkplek en hefbomen voor ontwikkeling van de school, het team en de individuele leraar.

Bovendien kan ik mij erg vinden in het advies van de Onderwijsraad en de Raad van State als het gaat om andere zaken in het onderwijs die eerst aandacht krijgen, zoals zorgen voor bevoegde leraren voor de klas, gevulde en functionerende vervangingspools (Wet werk en onzekerheid), tijd en regelruimte voor lerarenteams, goede beloning voor het vak van leraar.

Ik zou overigens nog een stap verder willen gaan. Een register is prima voor de “vrije” beroepen. Daar is interne controle zeker nuttig. Denk aan makelaars, advocaten, diëtisten ed., Bram Moszkowicz is een mooi voorbeeld. Ook hier ligt de commercialisering van de scholing en het voorbijschieten van het doel op de loer.

Leraren in loondienst vallen al onder de verantwoordelijkheid van een bestuur. Ze zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van het vakmanschap en anders grijpt de hiërarchische lijn in. Niet een willekeurig bureau van vakbonden in Den Haag, naar mijn bescheiden mening.

De politiek zegt de leerkracht de professionele ruimte terug te willen geven. Dat doe je niet zo. Juist tegenovergesteld: minder regels, minder protocollen en minder maatschappelijke afschuifsystemen.

Kritiek media, publieke opinie en leraren
Uit reacties in de media/publieke opinie en leraren komt naar voren dat velen menen dat de invoering van een lerarenregister en professionele ruimte van leraren en schoolleiders op gespannen voet staan. Het draagvlak is als drijfzand; beperkt draagvlak. Pak eerst andere problemen in het onderwijs aan, zorg voor voldoende tijd en geld voor professionalisering. In de discussie rond inhoud en kwaliteit komt naar voren dat leraren zich zorgen maken om de variantie in het aanbod aan professionaliseringsactiviteiten, het effect van de activiteiten op de kwaliteit van het onderwijs en leraren en de eenzijdige focus op activiteiten die georganiseerd worden door geaccrediteerde organisaties. Die ‘geaccrediteerde organisaties’ spinnen garen bij het aanbieden van (kwakzalvende) cursussen en leergangen.

Kritiek vanuit de Onderwijsraad
In de bespreking van het advies van de Onderwijsraad komt daarnaast het leren in teams en binnen sociale verbanden aan de orde als zijde een effectieve manier om handelingsvermogen en competenties van leraren te versterken. De Onderwijsraad pleit voor het beter verzekeren van het eigenaarschap van de beroepsgroep bij het totstandkomen van het register en het functioneren ervan (Onderwijsraad, 2015, 2016**). Kort gezegd, het register moet van leraren zelf zijn en het draagvlak moet daar voelbaar zijn; dat is er niet.

Kritiek uit de Raad van State
Ook de Raad van State heeft zich op verzoek van staatsecretaris Dekker (VVD) over het wetsvoorstel gebogen. In 2016 merkte de Raad op dat de regering terecht aandacht vraagt voor het belang van bekwaamheid van leraren en het onderhoud daarvan. Het verplichte lerarenregister en algemene scholingsplicht kan volgens de Raad onder bepaalde voorwaarden een bijdrage leveren hieraan. De Raad is echter kritisch op het wetsvoorstel en acht de invoering van een verplicht lerarenregister onder de huidige omstandigheden prematuur. Het verbeteren van de positie en kwaliteit van de leraren begint volgens de Raad van State namelijk met het aanpakken van het onbevoegd lesgeven voor het wegnemen van de oorzaken van het lerarentekort. Een register vormt een sluitstuk, niet een begin (RvS, 2016***).

 

 

  • * MvT wetsvoorstel lerarenregister, Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 358, nr3 p.2 en p.6
  • ** Onderwijsraad, 2015. Wetsvoorstel lerarenregister & Onderwijsraad, 2016. Een ander perspectief op professionele ruimte in het onderwijs.
  • *** RvS, 2016. Advies W05.15.0335/I

Geef een reactie